Ben je echt gered?
Een vraag die ik zeker een aantal keren in de week krijg is:
Hoe ben ik er zeker van, dat ik echt naar de hemel ga als ik dood ga? Ja, ik heb Jezus aangenomen als mijn redder in het verleden, maar ik heb in mijn leven ook wel mijn twijfels gehad en ben niet altijd de beste christen geweest… ik heb best wel gezondigd, ben afgegleden op zijn tijd, dus ik weet niet of ik wel echt gered ben…. Ben ik wel een echte christen en dus gered?
Allereerst: ik kan dat niet voor jou bepalen, want ik kan niet in jouw hart kijken. Alleen God kan dat, en ik ben God niet. Het is dus iets tussen God en jou. Gelukkig hebben we een handboek (de Bijbel) en kunnen we daarin kijken wat De Maker ervan zegt. Want God wil jou graag de zekerheid geven of je gered bent of niet, zodat dat geen vraag blijft maar een zekerheid:
Ik heb dit geschreven aan u die in de Zoon van God gelooft, om u de zekerheid te geven dat u eeuwig leven hebt.
1 Johannes 5:13
Dus, laten we eens kijken wat er dan geschreven staat. Laten we eens beginnen met: wat geloof je. Let wel, het gaat om geloven, niet om “voelen in ons hart”. Wat je voelt in je hart en wat je gelooft kunnen twee verschillende dingen zijn en zijn n.a.w. ook verschillende dingen. Je gevoelens veranderen om de haverklap. Gevoelens hebben hun ups-and-downs, ze kunnen alle kanten op vliegen, maar die gevoelens zijn te vaak niet waar. We kunnen voelen dat het vandaag een slechte dag hebben, maar is dat echt zo? Is het echt zo slecht als we dat voelen of is de waarheid toch echt anders? Je hebt een huis, een baan, huwelijk gaat prima en ja, alleen dat ene project op je werk loopt niet lekker. Is het dan echt een slechte dag of vertelt ons gevoel is anders dan de grote waarheid?
Je gevoelens kunnen je dus ook niet vertellen of je een christen bent en of je gered bent. Nergens in de bijbel staat ook dat je gered wordt door je gevoel, maar er staat:
Want omdat God zo liefdevol en goed is, heeft Hij jullie gered door jullie geloof. Jullie hebben niet jezelf gered, maar Gód heeft jullie gered. Het is zíjn geschenk.
Efeziërs 2:8-9
Neem een huwelijk. Voor je gaat trouwen (en daarna ook) heb je een hoop gevoelens voor elkaar en daarom ga je trouwen. Maar als de vraag is “zijn we getrouwd?”, dan kun je er zeker van zijn dat je getrouwd bent, want ergens in een gemeentehuis ligt een document waarop dat staat. Of dat document er echt is? Heb jij het wel eens echt gezien? N.a.w. niet, maar je gelooft erin (zonder enige twijfel) dat dat er is. Je gevoel kan zeggen wat die wil, maar dat document is helder: je bent getrouwd. Punt. Nog verder, als je getrouwd bent, dan heb je dat ook gedaan voor en met God. Die trouwbelofte ligt vast bij Hem, in een nieuw verbond met Hem.
De vraag is derhalve niet: voel ik wel of ik gered ben, maar de juiste vraag is: geloof ik of ik gered ben? Wat geloof ik. Dus hier komt de eerste vraag: geloof je dit onderstaande:
Voorwaar, voorwaar, Ik zeg u, wie mijn woord hoort en Hem gelooft, die Mij gezonden heeft, heeft eeuwig leven en komt niet in het oordeel, want hij is overgegaan uit de dood in het leven.
Johannes 5:24
Want alzo lief heeft God de wereld gehad, dat Hij zijn eniggeboren Zoon gegeven heeft, opdat een ieder, die in Hem gelooft, niet verloren ga, maar eeuwig leven hebbe.
Johannes 3:16
En dan komen we bij de tweede vraag: waarom stel je jezelf überhaupt die vraag en waar denk je dat die vraag vandaan komt? Klopt, ingewikkelde vraag, laten we eens kijken naar het werk van de Heilige Geest. De Heilige Geest komt in jou zodra je echt gelooft. Geen extra handeling voor nodig. Het onderstaande vers is daar heerlijk helder in wanneer je die in je krijgt:
Jullie hebben het woord van de waarheid, het goede nieuws, óók geloofd. Daardoor horen jullie nu óók bij Hem. Omdat jullie in Hem geloven, heeft Christus als het ware ook op jullie zijn ‘eigendomsstempel’ gezet. Dat ‘stempel’ is de Heilige Geest die God aan jullie heeft gegeven. God had beloofd dat Hij zijn Geest aan ons zou geven, en dat heeft Hij ook gedaan.
Efeziërs 1:13
En hoe weet je nu of die Heilige Geest in jou is? In Johannes 16 staat duidelijk wat de Heilige Geest doet in jou:
Maar geloof Mij: het is beter voor jullie dat Ik wegga. Want als Ik niet wegga, kan de Helper (de Heilige Geest) niet naar jullie toe komen. Maar als Ik wel wegga, kan Ik Hem (de Heilige Geest) naar jullie toe sturen. En als Hij (de Heilige Geest) gekomen is, zal Hij de mensen overtuigen. Hij zal hen ervan overtuigen dat ze ongehoorzaam zijn aan God, dat God rechtvaardig is en dat Hij zal rechtspreken. Hij zal hun laten zien dat ze ongehoorzaam zijn aan Hem, omdat ze niet in Mij geloven. Hij zal hun laten zien dat God rechtvaardig is, omdat Ik naar de Vader ga en jullie Mij niet langer zien. Hij zal hun laten zien dat God rechtspreekt, omdat God de heerser van de wereld heeft verslagen en veroordeeld.
Johannes 16:7-11
Is dat in jou? Ervaar je het als je ongehoorzaam bent aan God, dat die Heilige Geest jou rechtspreekt? Is dat actief? Ervaar je het, dat diezelfde Heilige Geest tot je spreekt als je ongehoorzaam bent als je zondigt? Vertelt die Heilige Geest jou, op dat ene moment, ineens dat Bijbelvers wat jou bemoedigd of dat ene vers dat jou terecht wijst als je de mist in gaat? Geeft Hij jou de kracht om door te gaan op momenten dat je dat (menselijk gezien) eigenlijk niet meer kunt? (en dat zijn maar een paar voorbeelden) Als je dat ervaart, dan is de Heilige Geest in jou en dan heeft Christus als het ware ook op jou zijn ‘eigendomsstempel’ gezet. Dus als jij jezelf de vraag stelt “ben ik echt gered” en dat maakt je intern mega onrustig… wie denk je dat die vraag in jou heeft gesteld? (lees nu bovenstaande verzen nog eens)
Ken je het spreekwoord: aan de vruchten herken je de boom? In de bijbel komt die tekst ook een aantal keren voor. Welnu, in de bijbel staat ook wat de vruchten zijn van de Heilige Geest:
Maar door de Geest ontstaan liefde, blijdschap, vrede, geduld, vriendelijkheid, goedheid, geloof, hulpvaardigheid, zelfbeheersing.
Galaten 5:22
Ervaar jij die vruchten in je dagelijks leven? Als je die vruchten ziet, weet je ook wat De boom is.
De Geest Zelf getuigt met onze geest dat wij kinderen van God zijn.
Romeinen 8:16
De andere kant op werkt dus ook… als je die Heilige Geest niet in jou ervaart… en je ziet die vruchten niet, dan is er dus ook geen ‘eigendomsstempel’ gezet en dat is geen goed teken. Je oude leven doorleven, zonder de “drive” die Zijn stem jou geeft??… dan moet je je inderdaad de vraag stellen: ben ik wel gered? Ben ik überhaupt wel een kind van God? Of geloofde ik ergens anders in, in een god die niet veroordeeld, een god die niet vraagt of je gehoorzaam bent aan hem, een god die niet rechtspreekt. Want dat noemen we niet God, maar een valse, zelfgemaakte god. En die redt niet.
Als je Gods geest niet ervaart zit er dus een blokkade tussen jou en God en zul je echt (terug) moeten gaan naar God. Hij is er voor jou, maar laat je Hem echt toe in jou leven?
En als laatste vraag die je jezelf moet stellen als “proef” of je echt gered bent is de vraag: heb ik echt het verlangen om God te dienen? En let wel, het gaat om dienen. Dus het gaat er niet om wat God jou geeft, maar wat geef jij aan God en is dat verlangen echt in jou? Leeft het verlangen in jou om Zijn woord, Zijn waarheid met anderen te delen? Als dat verlangen in jou leeft, je worstelt met de vraag “hoe kan ik Hem nog meer dienen” is goed! Je wil meer naar Hem toe, Hem dienen, Hem volgen. Je ziet die worsteling (kan ik nog meer doen, kan ik nog meer afscheid nemen van mijn oude ik) zelfs bij Paulus. Zie dit: (sorry, lang stuk tekst)
We weten dat de wet van Mozes een geestelijke wet is. Maar ík ben van vlees en bloed en een slaaf van het kwaad. En ik begrijp zelf niet wat ik aan het doen ben. Want ik doe niet wat ik zou wíllen doen. Maar ik doe juist dat wat ik níet wil doen omdat het slecht is. Als ik dus doe wat ik níet wil doen, geef ik toe dat de wet gelijk heeft en goed is. Maar dan ben ik het dus niet zelf, die verkeerde dingen doe. Maar het kwaad in mij doet dat. Want ik weet dat in mijzelf (en daarmee bedoel ik in mijn oude ‘ik’) niets goeds woont. Want ik wíl het goede wel doen, maar het lukt me niet. Want ik doe niet het goede dat ik zou wíllen doen, maar ik doe juist het slechte dat ik níet wil doen. Als ik nu juist doe wat ik níet wil, dan komt dat niet door mijzelf, maar door het kwaad dat in mij zit. En zo gaat het altijd: als ik het goede wil doen, zorgt het kwaad in mij ervoor dat ik het slechte doe. Want met mijn geest en mijn verstand wil ik graag doen wat de wet van God vraagt. Maar mijn ‘ik’ strijdt tegen mijn verstand en wil andere dingen doen. Zo word ik een gevangene van het kwaad dat in mij zit. Wat een vreselijke toestand! Wie kan mij bevrijden van dit ‘ik’ waar het kwaad in woont dat mij doodt? Prijs God: Jezus Christus!
Romeinen 7:14-25
Die worsteling die je nu hebt, kan dus wel eens een heel goed teken zijn! Je wilt meer God dienen, je wilt meer bij God zijn, je wilt meer voor Hem doen, dat is wat Hij aan jou vraagt. Als die vraag is je leeft, hoe vreemd ook, wees er blij mee.
Blijf diep ontzag voor de Heer hebben. Dien Hem trouw met je hele hart. Jullie weten immers zelf wat een geweldige dingen Hij voor jullie heeft gedaan.
1 Samuel 12:24
God heeft ons geschapen om Hem te prijzen, hij heeft ons niet gemaakt zo dat Hij ons kan dienen…
Maar ook hier… de andere kant op kan dus ook. Moet God er steeds voor jou zijn, of ben jij er voor God? Klopt de volgorde wel? In welke God geloof je eigenlijk? Een God die jou dient, of een God die jij dient…. Als jij denkt dat God jou dient (een soort van magische geest die jou bedient als jij dat nodig bent zonder dat je iets voor Hem doet), geloof je in een valse, niet Bijbelse god… Prijs jij God voor wie Hij is, of moet Hij jou prijzen voor wat jij hebt gedaan… mhhhh……
Nu is de tijd begonnen dat echte aanbidders de Vader zullen aanbidden met hun geest en vol van waarheid. Want dat is het soort aanbidders waar de Vader naar verlangt.
Johannes 4:23
En tot zover de gedachtes van vandaag waarmee we hopelijk, ook voor jou, de vraag hebben kunnen beantwoorden: ben jij gered?
De volgende keer gaan we in op de vraag: “Eens gered, altijd gered?” / “Kun je je geloof verliezen”?